De stilte in mijn handen – hoe flow en aanwezigheid geluk en zelfliefde brengen
Laatst stond ik in de keuken.
Mijn handen in het deeg, de geur van gist in de lucht, mijn adem zacht en regelmatig.
Ik was niet aan het haasten, niet aan het denken aan wat er nog allemaal moest.
Ik was gewoon… aan het kneden.
Voelen.
Ervaren.
Er gebeurde iets geks — of eigenlijk iets heel natuurlijks. Terwijl ik het deeg strekte, vouwde en rolde, verdween de rest van de wereld even. Geen to-do-lijst, geen gedachten die duwden of trokken. Alleen de beweging van mijn handen, het ritme van mijn adem en het warme besef van: ik ben hier.
Toen de broden uit de oven kwamen en het huis zich vulde met die diepe, troostende geur, voelde ik me moe en opgeladen tegelijk. Alsof mijn lijf wist dat het iets goeds had gedaan — niet alleen voor de buitenwereld, maar ook voor mij.
De ontdekking in het alledaagse
Later die avond dacht ik eraan terug.
Hoe zelden ik mezelf dat soort momenten gun.
Hoe vaak ik dat gevoel van aanwezigheid inruil voor iets dat zogenaamd belangrijker is: mails, taken, het nog even snel iets doen.
Maar dat bakken — dat eenvoudige, tastbare doen — bracht iets los.
Het liet me voelen hoe vaak ik “aan” sta. Hoe ik in gedachten leef, vooruitgeduwd door plannen, verwachtingen, prikkels. En hoe helend het is om even helemaal uit te staan. Niet op de bank, maar juist aanwezig in iets dat stroomt.
Ik besefte: dit is wat mensen met “flow” bedoelen.
Niet zweverig, niet iets dat je moet bereiken, maar juist het tegenovergestelde — het moment waarop je niets meer hoeft. Waarin je opgaat in wat er is.
Wat er in je hoofd (en hart) gebeurt als je flow ervaart
In de psychologie wordt “flow” vaak omschreven als een staat van volledige betrokkenheid. De Hongaarse psycholoog Mihaly Csíkszentmihályi noemde het het punt waarop uitdaging en vaardigheid in balans zijn — waar je net genoeg kunt om niet te verdwalen, en net genoeg leert om niet te vervelen.
Neurowetenschappelijk gezien is flow een bijzonder samenspel in je brein.
De prefrontale cortex — het deel dat constant plant, analyseert en beoordeelt — wordt tijdelijk stiller. Daardoor verlies je het besef van tijd en zelfkritiek. Tegelijkertijd komen er stoffen vrij als dopamine, endorfine en anandamide: een cocktail die zorgt voor plezier, focus en intrinsieke motivatie.
En misschien nog belangrijker: in die staat ervaar je een vorm van geluk die niet afhankelijk is van resultaat, maar van betekenis.
Je voelt voldoening omdat je leeft in afstemming met wat klopt.
Je bent niet bezig met goed zijn — je bent gewoon.
Dat verklaart ook waarom ik me na het bakken zowel moe als vervuld voelde. Mijn lichaam had gewerkt, maar mijn geest had gerust. Het is alsof die twee elkaar even vonden in hetzelfde ritme.
Zelfliefde als ruimte innemen
Dat moment in de keuken zette iets in gang.
Ik ben anders gaan kijken naar wat zelfliefde eigenlijk is.
Zelfliefde is niet het kopen van een kaars of het nemen van een bad (al kan dat heerlijk zijn).
Het is mezelf toestaan om stil te vallen. Om te creëren, te voelen, te ademen — zonder doel, zonder nut.
Het is ruimte innemen in mijn eigen leven, niet alleen met woorden, maar met aanwezigheid.
Ik ben mezelf gaan gunnen om iets te maken van niets.
Met aandacht.
Met liefde.
En om het daarna te delen met mensen die me dierbaar zijn — niet om indruk te maken, maar om te verbinden.
De verschuiving: geluk als bijproduct van aanwezigheid
Ik geloof dat geluk niet iets is wat we kunnen najagen.
Geluk ontstaat als bijproduct van betrokkenheid.
Wanneer we iets doen dat klopt met wie we zijn — niet omdat het moet, maar omdat het stroomt.
Flowmomenten zijn dus niet zomaar fijne momenten. Ze herstellen het contact tussen denken, voelen en doen.
Ze laten ons ervaren dat betekenis niet in grootse dingen zit, maar in kleine, echte momenten van aanwezigheid.
Dat brood, dat geurende, warme brood — het was niet alleen voedsel.
Het was een herinnering aan wat leven eigenlijk is: aandacht in beweging.
De cirkel rond: de stilte in mijn handen
Sinds die dag bak ik vaker.
Niet alleen om het brood, maar om wat het me brengt.
Die momenten in de keuken zijn een soort anker geworden — een plek waar ik mezelf weer terugvind, met mijn handen in het nu.
En elke keer als ik het deeg voel, weet ik weer: geluk is niet iets wat ik moet verdienen of plannen.
Het zit in de momenten waarin ik mezelf toestaan om gewoon te zijn.
Om iets te maken met aandacht.
En dat — die stilte in mijn handen — dat is misschien wel het meest betekenisvolle wat er is.
Een zachte uitnodiging
Misschien herken jij dat ook — dat verlangen naar even opgaan in iets dat klopt.
Dat moment waarop je adem dieper zakt en de tijd oplost.
Gun jezelf dat vandaag eens.
Doe iets kleins, iets wat je handen bezig houdt en je hoofd mag laten rusten.
Maak iets.
Voel iets.
Wees even alleen daar.
Een oefening die je kunt proberen:
- Kies één activiteit waarbij je je handen gebruikt — koken, schrijven, tekenen, tuinieren.
- Let alleen op het proces, niet op het resultaat.
- Merk op wat er in je lichaam en hoofd gebeurt.
- Adem diep, voel, en laat tijd en zorgen los.
Kijk wat er gebeurt als je niet probeert te ontspannen, maar gewoon aanwezig bent in wat stroomt.
En als je wilt ontdekken hoe je dat gevoel vaker kunt oproepen — hoe flow, aandacht en zelfliefde samen een bron van rust en geluk kunnen worden —
dan nodig ik je van harte uit bij mijn volgende webinar.
🪶 Wat jij voelt is logisch. En er zit wijsheid in.