
Het gedoe waard
Er stond al weken een pot voor een desemstarter op het aanrecht. Met de zak bloem en de weegschaal ernaast. Elke keer als ik erlangs loop, denk ik: Vandaag ga ik beginnen. Maar meestal belandt de pot weer een stukje verder naar achteren — naast de multivitaminen en het kookboek. Daar, waar mijn goede bedoelingen meestal eindigen.
Want stel dat het mislukt. Of dat mensen het raar vinden, dat ik “opeens brood ga bakken.”
Die gedachte lijkt onschuldig, maar ik ken haar inmiddels goed. Het is dezelfde stem die me vertelt dat ik beter wat productiever kan zijn, dat ik geluk en het leven niet écht verdien, en dat ik me moet schamen omdat ik – na al die jaren therapie en coaching – nog steeds depressieve periodes heb. Vooral die zonder duidelijke aanleiding.
Dan voel ik het weer: de spanning in mijn buik, de band die zich om mijn borst sluit, de druk in mijn hoofd die soms uitmondt in migraine. Het is een lijf dat zegt: Pas op. Blijf klein. Word niet gezien.
Een paar jaar terug, tijdens een wandeling met mijn man (de schat!), vertelde ik hem hoe moe ik werd van dat voortdurende wikken en wegen. Dat ik zo graag iedereen te vriend wil houden — maar daardoor mezelf vaak juist níet te vriend ben.
Hij luisterde even, keek naar de bomen langs het pad, en zei toen iets dat ik destijds irritant simpel vond:
“Er is altijd wel iemand die een probleem heeft met hoe jij je leven leidt. Linksom of rechtsom heb je gedoe. Kies wat het gedoe waard maakt.”
Ik stond stil.
Keek hem aan.
En ontplofte — een beetje maar...
“Ja, leuk hoor,” riep ik, “maar hóe dan? Hoe kies je dat zomaar? Hoe weet je wat het waard is? Wat moet ik dan doen met de angst, de twijfel, de mensen die het niet snappen?!”
Hij haalde zijn schouders op, glimlachte op dat kalme, licht irritante manier waarop alleen hij dat kan (yup, dit is echt een van zijn superpowers), en zei:
“Je voelt het vanzelf wel.”
Nou, ik voelde vooral frustratie.
En ik weet nog dat ik dacht: dat is makkelijk praten voor iemand die niet continu alles overdenkt. Ik heb hem die dag waarschijnlijk nog drie keer duidelijk gemaakt dat dit niet de praktische levensles was waar ik op zat te wachten.
Maar ergens bleef het hangen.
En toen ik – ongeveer een jaar later – merkte dat ik zijn woorden steeds vaker herhaalde, heb ik hem hardop gelijk gegeven. Met tegenzin, dat wel. En met een lach.
Ik heb hem zelfs bedankt dat hij destijds die irritant simpele, maar uiteindelijk briljante opmerking maakte.
Er is altijd gedoe.
Of ik nu kies om mezelf aan te passen of mezelf te zijn — iemand vindt er wat van.
Het verschil is alleen dat, wanneer ik mezelf aanpas, ikzelf degene ben die het meeste gedoe ervaart. En dat weegt zwaarder dan welke blik, opmerking of mening dan ook.
Langzaam begon ik te oefenen met dingen die ik eerder uitstelde.
Zoals brood bakken.
Een dag offline gaan.
Een idee delen dat misschien te gevoelig of te vreemd leek.
En elke keer kwam die stem weer:
“Wie denk je dat je bent?”
“Het is tijdverspilling.”
“Je verdient dit niet.”
Maar ergens daaronder hoorde ik iets anders – zachter, maar steviger. Een stem die zei: En als dat zo is... dan is dat het gedoe waard.
Dat zinnetje veranderde veel.
Niet omdat ik ineens verlicht was (ik heb nog steeds dagen waarop ik onder een deken wil verdwijnen), maar omdat ik beter begon te zien wat er eigenlijk gebeurde als die overtuigingen opdoken.
De meeste overtuigingen zijn niet kwaadaardig. Ze zijn oud, beschermend, ooit logisch geweest. “Ik verdien het niet” is vaak een reflex van iemand die bang was om te veel te zijn.
“Het is tijdverspilling” komt voort uit een systeem dat alleen waarde ziet in nut of resultaat.
“Wat zullen anderen denken” is de stem van een kind dat ooit merkte dat afwijzing pijn doet.
En “ik ben het leven niet waard” is de echo van een hart dat te vaak overgeslagen is — door zichzelf of door anderen.
Wat helpt, is niet ze te bestrijden, maar te observeren.
Te merken: hé, daar is dat stemmetje weer. En jezelf dan af te vragen: is dit eigenlijk wel waar?
Want vaak ontdek je dat het een oud patroon is dat allang niet meer klopt.
Soms zeg ik letterlijk hardop:
“Dankjewel dat je me probeert te beschermen. Maar vandaag bak ik brood.
En dat deed ik. Het eerste brood kwam perfect uit de oven — luchtig, smaakvol, goudbruin. Alleen de korst was een tikkeltje te stevig; het mes had er zichtbaar moeite mee.
Maar toen ik daar zat met dat warme brood op tafel, voelde het groter dan dat. Alsof ik niet alleen deeg had laten rijzen, maar ook iets in mezelf.
Een brood dat fluisterde: Je mag gewoon iets doen omdat je het fijn vindt. Zonder reden, zonder prestatie, zonder toestemming.
Sindsdien gebruik ik dat als kompas. Als iets me blij maakt, nieuwsgierig of rustig — dan is dat genoeg. Geen nut nodig. Geen applaus. Geen bewijs.
En soms, als ik merk dat iemand om me heen zichzelf verliest in dezelfde twijfels, hoor ik mezelf zeggen:
“Er is altijd wel iemand die er wat van vindt. Kies wat het gedoe waard maakt.”
En telkens wanneer ik het uitspreek, voel ik datzelfde inzicht weer landen. Het is niet de bedoeling dat we het iedereen naar de zin maken. Het is de bedoeling dat we het onszelf naar de zin maken — met alles wat daar soms aan gedoe bij hoort.
Dus misschien staat er bij jou ook iets op het aanrecht.
Een project, een verlangen, een idee dat je maar blijft verschuiven. Omdat een stem zegt dat het niet verstandig, niet nuttig of niet gepast is.
Misschien is vandaag een mooie dag om het toch te doen.
Gewoon omdat jij het waard bent. En omdat het gedoe dat erbij hoort, het misschien precies waard maakt.
Wil je meer van dit soort persoonlijke inzichten en verhalen?
Je vindt me op TikTok, Instagram en Spotify — daar deel ik wekelijks herkenbare momenten, gedachten en kleine verschuivingen die het leven net wat lichter maken.










