Blog header - Persoonlijk leiderschap
Irene aan het woord
Irene Cairo - Vree
Irene aan het woord
3 min

Van plezier naar betekenis – Waarom doen wat hoort je leeg achterlaat

3 min

Ik heb ooit precies gedaan wat men “het leven” noemt.
Laat opstaan, laat naar bed, (bijna) elke avond een afspraak. Weekenden vol vrienden (zoveel dat ik ze vaker zag dan ik hun achternaam wist). Een fulltime baan met verantwoordelijkheden, een carrièrepad dat strak uitgelijnd lag, een mooi huis vol spullen.

Alles wat zogenaamd hoort bij een "goed leven".

Behalve verre en lange vakanties dan. Langer dan vier dagen bij mijn katten weg, en ik kreeg heimwee... Maar verder? Ik had het zogenaamd voor elkaar.
Alleen voelde het allesbehalve zo. Mijn lijf was op, mijn hart voelde leeg, en mijn hoofd draaide overuren.

En die paar dingen waar ik wél blij van werd – broden bakken, borduren, spelen met naald en draad, schrijven, lezen, wandelen – schoof ik weg. Want tja, een jonge vrouw met zulke “oude” hobby’s? Ik hield van een hangmat, een open haard, katjes en een rustig avondje thuis. Dat paste niet bij het beeld van een succesvolle twintiger met een bruisend sociaal leven. Dus ik stopte ze in een doos, labelde het later misschien en ging door met rennen.

Tot het rennen ophield.

De crash

De combinatie van een hersenkneuzing na een heftig ongeluk, het verlies van mijn schoonmoeder en het besef dat mijn ooit feilloze brein ineens niet meer meewerkte… brak iets open in mij.

Ik probeerde de pijn te verdoven. Zelfs met alcohol — want dat doet toch iedereen? Maar het zwart dat ik zag, werd alleen maar dieper en donkerder van kleur. En okay, eerlijk? Misschien had ik alcohol meer dan 1 kans moeten geven, maar ik had niet de behoefte aan nog meer teleurstellingen.

Daar zat ik dan: zogenaamd succesvol, maar vanbinnen kapot. Toxisch voor mezelf, en langzaam ook steeds meer voor mijn man.

Het vreemde lichtpunt

En toch was er één ding dat me, zelfs in die tijd, telkens weer naar het licht trok. Hoe slecht ik me ook voelde, als iemand anders pijn had – niet wist wat zijn of haar geluk was, niet zag hoe prachtig diegene eigenlijk was, van binnen én van buiten – kwam er iets in mij tot leven. Vooral wanneer ze net als ik, kortstondig plezier najoegen.

Dan gaf ik ze een spreekwoordelijke schop onder hun kont, een uppercut waar je u tegen zegt, en hield ik ze een spiegel voor waarin ze eindelijk zichzelf konden zien.
Ik hielp ze hun weg terugvinden naar zichzelf, naar hun kracht, naar hun geluk.

En telkens gebeurde hetzelfde: ik kwam even uit mijn grot om iemand anders eruit te trekken – om daarna weer terug te kruipen, omdat ik zelf geen idee had waar mijn eigen uitgang zat. Ik zag andermans licht haarscherp, maar het mijne bleef onvindbaar.

De valkuil van plezier

We leren vaak dat geluk iets is wat je kunt verzamelen. Nieuwe ervaringen, nieuwe spullen, nieuwe doelen. Een avond lachen met vrienden, een promotie, een weekend weg – het geeft een piek, en dan... zakt het weer weg.

Psychologen noemen dat de hedonische tredmolen: het verschijnsel dat we steeds meer nodig hebben om ons even goed te blijven voelen. Wat gisteren voldoening gaf, voelt vandaag alweer gewoon. Dus we rennen harder, plannen voller, zoeken verder.

Het probleem is niet dat plezier slecht is. Plezier is heerlijk – het ontspant, laadt op, maakt licht.
Maar als het de hoofdmoot van je leven wordt, loop je leeg. Want plezier is vluchtig; betekenis is wat blijft hangen als het feestje voorbij is.

Het terugvinden van kleur

Pas toen ik gedwongen werd stil te staan, begon ik – schoorvoetend – dingen uit te proberen die ooit mijn hart zacht deden kloppen.
Eerst voorzichtig: een boek lezen zonder “nuttig doel”. Brood bakken. Wandelen. Breien. Schrijven. Dingen die niet “hip” waren, maar wel van mij.

En tot mijn verbazing bracht elk van die kleine momenten me een stukje dichter bij mezelf. Alsof ik langzaam weer kleur kreeg na jarenlang grijs.

Maar die kleur kwam niet vanzelf.
Eerst moest ik diep door de modder van niet-weten. Ik wist niet meer wat me gelukkig maakte. Ik had jarenlang geleefd volgens andermans checklist, en toen ik dat losliet, bleef er vooral leegte over.

Toch was die leegte nodig. Het was de ruimte waarin betekenis eindelijk kon landen.

Van doen wat hoort, naar leven wat klopt

Betekenis ontstaat niet in de pieken, maar in de diepte: in momenten waarop je iets doet dat resoneert met wie je bent.
Dat kan klein zijn – een eerlijk gesprek, iets maken, iemand helpen, of gewoon aanwezig zijn zonder iets te hoeven.

Onderzoek laat zien dat mensen die hun leven als betekenisvol ervaren, meer veerkracht hebben en minder last van stress, zelfs als hun dagen niet altijd leuk zijn. Ze ervaren een dieper soort tevredenheid – eentje die niet schreeuwt, maar zacht aanwezig blijft.

Toen ik mijn leven begon in te richten op een manier die bij mij past – met rust, eenvoud en ruimte om te ademen – begon er iets te verschuiven. Mijn energie kwam terug. Mijn relaties werden echter. En ik voelde voor het eerst in jaren: dit klopt.

Jouw leven, jouw betekenis

We worden allemaal geboren met een innerlijk kompas. Alleen raken de meeste mensen het onderweg kwijt tussen alle “moeten” en “horen”.
Misschien herken je het – het gevoel dat je alles doet wat zou moeten, en tóch moe wakker wordt.

Wat als dat geen teken van falen is, maar van een richting die niet klopt?

Neem deze week eens een moment om stil te staan bij een simpele vraag:
Wat in mijn leven geeft me plezier, en wat geeft me betekenis?

En als die twee elkaar nog niet vaak ontmoeten – geen paniek. In de volgende blog duiken we dieper in hoe je betekenis kunt herkennen, zelfs midden in de dagelijkse drukte.

Reacties