Blog header - Persoonlijk leiderschap
Persoonlijk leiderschap
Irene Cairo - Vree
Persoonlijk leiderschap
4 min

Creatief voor jezelf of voor een ander: wat doet het met je plezier?

4 min

Ik heb mezelf ooit voorgenomen om “meer creatief voor mezelf” te zijn. Dat leek me heerlijk: iets maken zonder doel, zonder deadline, zonder publiek. Gewoon lekker ontspannen bezig zijn.

Nou.

Dat experiment duurde precies drie kwartier en eindigde op de bank met mijn telefoon in m’n hand, al scrollend door mensen die wél iets maakten.

Blijkbaar ben ik niet het type dat ontspant van “gewoon iets voor mezelf doen.”

Maar geef me een vriendin met een verjaardag, een collega met een rotdag of een nichtje dat iets leuks verdient — en ik kan uren aan een project werken.

Wanneer creativiteit pas stroomt als het ergens naartoe mag

Voor mij werkt creativiteit dus niet in de categorie zelfzorg, maar eerder in de categorie betrokkenheid.

Een sjaal voor de dochter van een vriendin? Hele avonden plezier.

Een boekenlegger voor iemand die houdt van lezen? Ontroerend zinvol.

Een gilet voor mijn man, samen met mijn moeder? Intens (vooral dat samen), maar het houdt me gaande.

Zodra ik voor iemand anders maak, is er iets wat me trekt.

Ik droom alvast over hun reactie, deel tussendoor trots een foto van de progressie, voel de voorpret van het geven. Dat geeft me richting.

Zingeving.

Energie.

Maar als ik iets maak “voor mezelf”, voelt het vaak leeg. Alsof ik een ballon probeer op te blazen zonder ventiel.

De psychologie: motivatie is niet zwart-wit

In de psychologie maken ze onderscheid tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie.

  • Intrinsiek is: iets doen omdat je het leuk vindt.
  • Extrinsiek is: iets doen om een ander blij te maken of een doel te bereiken.

Volgens de theorie zou intrinsiek “beter” zijn, omdat het zuiverder voelt.

Maar Deci & Ryan (de grondleggers van de Zelfdeterminatietheorie) ontdekten iets belangrijkers: motivatie is geen aan/uit-knop, maar een glijdende schaal.

Sommige extrinsieke motivatie is zó betekenisvol, dat het eigenlijk bijna intrinsiek wordt.

Dat is wat er gebeurt als ik iets maak voor iemand anders.

Het gaat niet om waardering of applaus — het gaat om verbinding.

Het voelt niet als moeten, maar als willen bijdragen.

Het brein houdt van betekenis

Neurowetenschappelijk gezien is dat volkomen logisch.

Wanneer we iets maken met een sociaal doel — iets dat iemand anders raakt of blij maakt — komt er dopamine vrij in het brein.

Dat stofje zorgt niet alleen voor plezier, maar ook voor focus en doorzettingsvermogen.

Met andere woorden: het denken aan de glimlach van de ontvanger geeft mijn brein een reden om vol te houden.

En dat verklaart waarom ik zonder moeite vier uur kan borduren voor een vriendin, maar het niet op kan brengen om een kwartier iets voor mezelf te tekenen.

De positieve psychologie: geluk door betekenis

In de positieve psychologie noemen ze dit meaningful engagement:

volledig opgaan in een activiteit die betekenisvol voelt.

Het gaat niet alleen om plezier, maar om zingeving — iets doen wat bijdraagt aan verbinding of welzijn.

Voor mij zit geluk niet in “tijd voor mezelf”, maar in samen betekenis creëren.

Of dat nu is door iets te maken voor iemand anders, of door iets samen met iemand te doen (zoals dat gilet met mijn moeder, waarbij we ondertussen drie keer van mening verschillen over wat “de juiste steek” is).

Mental load en het misverstand van ontspanning

Er speelt nog iets anders mee: de mental load.

Zodra ik iets “voor mezelf” moet doen, komt dat op hetzelfde to-do-lijstje terecht als boodschappen, administratie en de was.

Dan is het niet ontspannend meer, maar gewoon nog een taak erbij.

Creatief bezig zijn voor een ander voelt lichter, omdat de motivatie extern ligt — het heeft richting, een aanleiding, een doel.

Voor mezelf iets doen voelt vager. En in een hoofd dat al vol is, wint “scrollen” het dan makkelijk van “spelen.”

Misschien is het niet luiheid of gebrek aan discipline, maar gewoon de behoefte aan verbonden betekenis.

Creativiteit als vorm van zorg

Creativiteit voor een ander ís ook een vorm van zelfzorg.

Het haalt me uit mijn hoofd, laat me iets geven, maakt me zacht.

Het is geen zelfzuchtige vorm van opladen, maar een relationele.

En misschien is dat wel precies de manier waarop mijn brein tot rust komt — door te verbinden, niet door me af te zonderen.

En daar zit misschien wel de belangrijkste les in: creatief bezig zijn werkt niet voor iedereen op dezelfde manier.

De één vindt rust in alleen tekenen met een kop thee, de ander floreert juist als er iemand is om voor te maken. Sommigen laden op van introspectie, anderen van verbinding.

Het gaat niet om de vorm — of je nu schildert, bakt, schrijft, danst of knutselt — maar om het effect:

  • Hoe voel je je erna?
  • Wordt je hoofd rustiger?
  • Voel je je opgeladen, lichter, meer jezelf?

Daar zit de winst.

Dus als creatief zijn voor jezelf goed werkt, doe dat vooral.

En als het juist werkt wanneer je iets maakt voor een ander — voeg dat toe aan je leven, zonder het te veroordelen als “niet echt voor jezelf.”

Want uiteindelijk gaat het niet om voor wie je iets maakt, maar om wat het met je doet.

Jouw mini-experiment voor deze week

Maak deze week iets kleins — het hoeft niet perfect of groot te zijn — voor iemand anders. Een kaartje, een tekening, een klein gebaar.

En kijk dan wat het met je doet:

  • Geeft het energie of kost het juist wat?
  • Helpt het om je hoofd leeg te maken, of vult het je juist?
  • En belangrijker nog: wat zegt dat over jouw manier van ontspannen?

Misschien ontdek je, net als ik, dat geluk niet altijd komt uit “tijd voor jezelf”, maar juist uit iets maken dat van betekenis is voor iemand anders.

Of misschien ontdek je dat juist het tegenovergestelde waar is — en dat is minstens zo waardevol.

Want creativiteit is geen wedstrijd. Het is een oefening in voelen wat werkt, en dat blijven doen.

Reacties