
Zelfacceptatie: de schaduwkanten van jezelf omarmen
Okay, voor je start met lezen alvast een heads up: dit onderwerp is één van mijn (vele) pet peeves, omdat ik van mening ben dat hoe we anno nu praten over zelfacceptatie, het hele concept tekort doet. We hebben het vaak over zelfacceptatie alsof het gaat over uiterlijkheden.
- Dat je leert houden van je sproetjes.
- Of dat je op een dag denkt: hé, eigenlijk heb ik best een lekkere kont.
En hoewel dat óók iets moois is, is dat niet waar het echt over gaat.
Zelfacceptatie gaat over het omarmen van wat je normaal gesproken verstopt.
De kanten van jou die je niet op Instagram deelt. De gedachten waar je van schrikt. De fouten die je 's nachts uit je slaap houden. In de psychologie worden dit ook wel je schaduwkanten genoemd – een concept dat je misschien kent uit de Jungiaanse psychologie.
Het zijn de stukken van jezelf die je liever niet onder ogen komt. De kanten die je hebt weggestopt, omdat je ooit dacht dat ze ‘fout’ waren. Boosheid. Jaloezie. Verslaving. Egoïsme.
Of de overtuiging dat jij niet goed genoeg bent.
Maar hoe meer je probeert te doen alsof die delen er niet zijn, hoe meer ze zich manifesteren in hoe je leeft, denkt en voelt. En vooral: hoe je over jezelf denkt.
Wat mij hielp, was niet alleen het erkennen van die schaduwstukken, maar ook het toepassen van iets wat Alfred Adler ooit beschreef. Adler was een psycholoog die geloofde dat we allemaal een fundamentele drijfveer hebben om ons verbonden te voelen met anderen en bij te dragen aan het grotere geheel. Hij geloofde ook dat onze gevoelens van minderwaardigheid – die iedereen op zijn eigen manier kent – de motor kunnen zijn voor groei, zingeving en verbinding. Mits we er op een gezonde manier mee omgaan.
En dát is waar het klikt.
Door mijn schaduwkanten niet meer weg te stoppen, maar ze juist te zien als delen van mij die bescherming zoeken, kan ik ze nu gebruiken om mezelf beter te begrijpen. En door mezelf niet meer los te zien van anderen – maar als iemand die net als ieder ander worstelt en zoekt – kan ik groeien, zonder mezelf de grond in te trappen.
Zelfacceptatie is dus niet iets wat je ‘ooit bereikt’. Het is geen vinkje op je innerlijke to-do-lijst.
Het is een dagelijkse beoefening in mens-zijn. En in jezelf toestaan dat je niet perfect hoeft te zijn om waardevol te zijn.
Waarom ik mezelf haatte (en hoe ik daar anders naar ging kijken)
Het kantelpunt kwam op een onverwacht moment. Ik keek om me heen en besefte: we geven vaak meer om anderen dan om onszelf. Niet omdat we minder waarde hechten aan onszelf, maar omdat we zó goed weten wat er vanbinnen speelt. We kennen onze twijfels, fouten en schaamtegevoelens van binnenuit. En juist daarom denken we vaak dat we minder waard zijn.
Ik weet nog hoe diepgeworteld mijn overtuiging was dat ik het leven niet waard was. Dat ik mezelf haatte – en met reden, dacht ik toen. Want als ik niet iemand was die het waard was om gehaat te worden, waarom werd ik dan zo behandeld door mensen om me heen? Zelfs door mensen om wie ik gaf?
Pas toen ik besefte dat hoe mensen je behandelen, vaak meer zegt over hen dan over jou, begon er iets te schuiven. Ik begon de haat die ik voor mezelf voelde los te koppelen van wie ik werkelijk was. En ik begon met het voorzichtig veranderen van die overtuiging.
Dat inzicht werd versterkt door iets simpels. Mijn katten, mijn man. Zij houden onvoorwaardelijk van mij – ook als ik niks presteer, chagrijnig ben of me verstop onder een deken. Zij vroegen nooit om de ‘beste versie’ van mij. En het was hun liefde die me liet voelen: misschien bén ik wel degelijk liefde waard.
En toen kwam het échte keerpunt. Het moment dat ik me realiseerde: Als een ander mij kan liefhebben om wie ik ben, waarom zou ik hun liefde dan minder waard maken door mezelf te verachten, puur omdat ik álles weet van mijn eigen fouten?
Als zij voorbij mijn imperfecties kunnen kijken en mij nog steeds als waardevol kunnen zien, wie ben ik dan om hen daarin niet te geloven? Want: hurt people, hurt people.
Zolang we wraak blijven nemen voor de pijn die we voelen – op onszelf of op anderen – houden we het patroon in stand. Maar als we kunnen gaan zien dat we allemaal gewond zijn, en dat die pijn niet ons hele verhaal hoeft te zijn, dan ontstaat er ruimte.
Voor heling.
Voor begrip.
Voor groei.
Zelfacceptatie is geen eenmalige keuze
Zelfacceptatie is geen toekomstige versie van jezelf die je ooit zult bereiken. Het is geen vinkje op een lijst. Het is ook geen moment waarop je alles over jezelf hebt geaccepteerd en nooit meer twijfelt. Het is een constante, dagelijkse oefening in mens-zijn. En dat betekent dat er dagen zullen zijn waarop je het niet voelt. Op die dagen moet je jezelf gewoon weer toelaten, opnieuw beginnen.
Zelfacceptatie is die keuze, elke dag opnieuw, om de delen van jezelf die je niet wilt zien, te omarmen.
Die knopen van pijn, schaamte en onzekerheid – ze zijn er niet omdat je ‘minder’ bent, maar omdat je mens bent. En mens-zijn, dat is al perfect genoeg.
Een kleine oefening om mee te beginnen
Pak een blad papier en schrijf op: “De kant van mezelf die ik het moeilijkst vind om te accepteren is…”
En geef die kant een stem. Wat wil die kant jou eigenlijk vertellen? Waar probeert die je voor te beschermen?
Zelfacceptatie begint met luisteren. Niet oordelen, niet fixen. Luisteren. Zodat je, beetje bij beetje, jezelf kunt omarmen – juist ook in je imperfectie.
PS: Wil je vaker dit soort eerlijke, rauwe maar hoopvolle inzichten lezen? Schrijf je dan in voor mijn nieuwsbrief – daar deel ik regelmatig nieuwe inzichten, oefeningen en reminders voor als je weer even vergeet hoe waardevol je bent.